Heeft politieke participatie politieke partijen en vertegenwoordiging nodig? Het Internationaal Instituut voor democratie en verkiezingsondersteuning (International IDEA) heeft op 26 april 2017 een rondetafelconferentie gehouden over kwesties in verband met democratische participatie, met als thema “Heeft politieke participatie politieke partijen en vertegenwoordiging nodig?”. Het panel bestond uit vijf deskundigen met verschillende profielen, bestaande uit vertegenwoordigers van International IDEA en het academische veld, een lid van het Zweedse parlement dat de gematigde partij vertegenwoordigt, een lid van de Zweedse sociaaldemocratische partij en de covoorzitter van het Global Forum on Direct Democracy (ook vertegenwoordiger van het Initiative and Referendum Institute Europe). In deze rondetafel werden verschillende onderwerpen aan de orde gesteld: de opkomst van populisme in Europa en de Verenigde Staten, de beschikbare participatieve instrumenten voor democratie ten aanzien van de huidige contextuele uitdagingen, en ook de rol van politieke partijen in de democratie. De Zweedse ervaring werd ook gedeeld, waar het wordt gezien in de jongere lagen van de samenleving toenemend politiek bewustzijn, en jeugdorganisatie en mobilisatie, maar niet politieke participatie. In dit specifieke scenario werd benadrukt dat lokale overheden moeten samenwerken met jongerenorganisaties, zodat de belangen van jongeren beter kunnen worden behartigd in de lokale agenda. Wat betreft het specifieke onderwerp van het versterken en toegankelijker maken van directe mechanismen voor burgerparticipatie, in verband met de groeiende belangstelling van jongeren voor deze kwesties, verwijst Bruno Kaufman (covoorzitter van het Global Forum on Direct Democracy) naar het feit dat digitale participatiemiddelen kansen bieden voor meer democratie. Nadat het panel het erover eens was dat elk instrument voor participatieve democratie infrastructuur voor burgereducatie moet zijn, en dus nooit door politieke agenda's moet worden geïnstrumentaliseerd, werden andere belangrijke conclusies getrokken. Er zijn twee redenen om populisme te bevorderen: een juridische en institutionele hervorming (bijvoorbeeld de constitutionele hervormingen die in Hongarije en Turkije zijn doorgevoerd) en sociale en economische instabiliteit. De reden hiervoor is dat fundamentele democratische waarden leeg raken van praktische betekenis voor echte mensen. Professor Pippa Norris (docent vergelijkende politiek aan de universiteit van Harvard) benadrukt dat populisme “checks and balances systems” verzwakt ten gunste van een “sterke leider”-benadering. Anderzijds blijkt uit de nasleep van de economische crisis van 2008 dat steeds meer gebruik wordt gemaakt van participatiemechanismen (referendums en burgerschapsinitiatieven) en dat de verschillende belangen beter worden vertegenwoordigd bij nationale en lokale verkiezingen. Het belang van het vermijden van politieke macht om eigenaar te worden van deze instrumenten is dus zeer belangrijk, en de resultaten van het Turkse referendum en de politieke repressie die het contextualiseert, zijn daarvan het bewijs. Participatiemechanismen moeten immers een multilaterale aanpak omvatten, die een instrument is voor burgerparticipatie en -betrokkenheid. Wat ten slotte de rol van politieke partijen betreft, werd erkend dat zij krachtiger moeten optreden om een platform te worden voor dialoog met burgers en sociale inclusie (bijvoorbeeld het bereiken van burgers zonder interesse of informatie in de politiek), alsook een ruimte voor het mobiliseren van burgers en het ontwikkelen van leiderschap. Ook werd algemeen erkend dat politieke partijen van hun fouten moeten leren en zich meer moeten richten op het betrekken en faciliteren van burgers, en tegelijkertijd de waarden van verantwoordingsplicht, stabiliteit en voorspelbaarheid in hun politieke agenda’s moeten bevorderen. Op deze manier zouden politieke partijen kunnen bijdragen aan het bevorderen van een klimaat van geïnformeerde burgers, d.w.z. mensen die zich ervan bewust zijn dat populistische partijen mensen mobiliseren om hen niet toe te staan deel te nemen, maar alleen om een leider in staat te stellen namens hen te handelen en te beslissen (zoals te zien is in het campagnemotto “In naam van het volk”), en niet altijd in hun belang. Als u geïnteresseerd bent in toegang tot de volledige inhoud van deze discussie, is hetzelfde toegankelijk hier.